Eerste kader:
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zorgt voor voldoende water in de singels, grachten en sloten in en rond Utrecht. Dat doen de waterschappen al ruim 700 jaar. De Kromme en de Vaartse Rijn en later het Merwedekanaal zijn al eeuwenlang de belangrijkste “slagaders” voor de Utrechtse stadsgrachten en de Vecht. De waterwegen waren transportaders en brom van drinkwater. Ook was de aanvoer van water cruciaal bij de verdediging van Utrecht en Holland in de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
In en rond Utrecht kunt u nog steeds de sporen van het historisch waterbeheer zien: kanalen, dijken, sluizen, stuwen en inlaten. Ze vertellen over de eeuwenlange strijd van sluiswachters, generaals en dijkgraven met en tegen het water. Maar ook het hedendaagse waterbeheer is zichtbaar; het waterschap zet elektrische gemalen, in- en uitlaten, sluizen, stuwen en meetstations in om het waterpeil op het afgesproken niveau te houden: niet te veel en niet te weinig. Zodat boeren, burgers, buitenlui en planten en dieren voldoende schoon water beschikbaar hebben om in onze laaggelegen delta te kunnen leven.
De Kromme Rijn, slagader van Utrecht
De Kromme Rijn is de slagader van Utrecht. Het grootste deel van het water in de Oudegracht en de singels stroomt hier langs Amelisweerd. Normaal gesproken passeert hier ruim 7m3 water per seconde, dat in Wijk bij Duurstede uit de Lek wordt ingelaten. Maar als het flink regent loopt dat op tot wel 12m3. Dan stroomt er via allerlei sloten en weteringen regenwater van de Utrechtse Heuvelrug naar beneden, naar de Kromme Rijn.
Trekschuit
Tot 1930 was de Kromme Rijn de belangrijkste transportader voor goederen en mensen tussen Wijk bij Duurstede en de markt in Utrecht. Immers, waar nu de provinciale weg loopt, was tot die tijd slechts een modderig karrenspoor. De scheepjes werden voortgetrokken (gejaagd) door mensen, Tot 1870 duurde de tocht van Wijk naar Utrecht zo'n zes uur.
Al in 1660 was er een geregelde trekschuitverbinding van Utrecht naar Wijk bij Duurstede: elke dinsdag- en zaterdagochtend om tien uur vertrok die vanaf de Oudegracht in Utrecht. Voor de ondiepe Kromme Rijn was een speciaal scheepje ontwikkeld: de Krommerijnder. Een replica vaart ‘s zomers vanuit Wijk bij Duurstede.
Tweede kader: Nieuwe Hollandse Waterlinie
In 1867 kreeg de Kromme Rijn de rol van aanvoerkanaal van water voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie en daardoor een militaire functie. In drie weken kon het gebied oostelijk en noordelijk van Utrecht onder water worden gezet, om zo de vijand tegen te houden. Het Ministerie van Oorlog liet in Wijk een ‘inlaatwerk' bouwen en in Cothen en Werkhoven stuwen en sluizen. Nog steeds speelt de Kromme Rijn een belangrijke rol in de aanvoer van water. Niet meer voor de oorlogsvoering, maar om de stadsgrachten van Utrecht en de Vecht van vers water te voorzien.