Interlokale handcentrale
Na de voltooiing van het postkantoor werd in 1926 een handcentrale ingericht voor het telefoonverkeer met plaatsen buiten de stad Utrecht. Deze handcentrale lag op de tweede etage en werd bediend door telefonistes. Wie met iemand buiten Utrecht wilde bellen vroeg het gesprek aan bij de telefoniste, waarbij de plaats en het telefoonnummer werd doorgegeven. Zodra de telefoniste de verbinding had voorbereid, werd men teruggebeld en kon het gesprek beginnen. De wachttijd voor zo'n gesprek kon variëren van uren tot enkele dagen. Het aantal verbindingen met andere centrales was namelijk nog erg beperkt. In het begin waren er 200 aansluitingen op de handcentrale. Met de hulp van 90 telefonistes in ploegendienst werden daarmee gemiddeld 6000 interlokale gesprekken per dag gevoerd. Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werkten er 160 telefonistes in ploegendienst. Daarna nam het aantal telefonistes door de automatisering in de jaren 60 af tot nul.