Dit monumentale kerkje is rond 1550 gebouwd. Het is de kleinste gotische kruiskerk van Nederland, 22m lang en 5,5 / 11,5 meter breed. De toren is 17m hoog.
Tijdens de reformatie in 1579 werd de rooms-katholieke familiekapel toegewezen aan de protestanten. Het verhaal gaat dat in 1588 de rooms-katholieke eigenaar uit protest de wanden van de kerk blauw (de kleur van de heilige maagd Maria) liet schilderen. Vanaf die tijd noemde men de kapel de ‘Blaauwe Capel'.
Door de aanleg van het fort (1818-1821) kwam de kerk steeds geïsoleerder te liggen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerk o.a. gebruikt als paardenstal. Tot 1943 gebruikte de Nederlands-hervormde gemeente Blauwkapel-Groenekan de kerk. In 1957 werd de kerk voor 1 gulden gekocht door de Stichting Blauwkapel, die met steun van de overheid de kapel grondig liet restaureren. Vanaf 1960 is de kerk in gebruik als ontmoetingsplaats voor hen die zich interkerkelijk verbonden voelen.
De kerk heeft een andere eigenaar dan de kerktoren. Sinds de jaren '90 is de gemeente Utrecht eigenaar van de toren. Napoleon maakte rond 1800 een strategisch plan waardoor veel kerktorens eigendom werden van de burgerlijke overheid. Deze werden gebruikt voor militaire doeleinden, zoals een uitkijkpost en seinpost. Zo kon men via de kerktorens door een Chappe Telegraaf te gebruiken tot aan Parijs berichten overbrengen.
N.B.
Oecumenisch = wereldlijke eenheid van religie