De Trip
Vanwege het vervoer van grondstoffen en eindproducten leende de Vaartse Rijn zich in de 16e en 17e eeuw uitstekend door de vestiging van grote en kleine industrieën. In 1820 verkocht mr. L. Robert zijn schepenmakerswerf “De Verloren Zoon” en het woonhuis met “erve” op de helling aan H. Trip, een Duitse binnenvaartschipper. Met 6 schepen dreven Trip en zijn vennoot handel in Beglische kalk en in steenkool van Luik naar diverse Hollandse steden. Door toeval kwam ook een bloeiende kleinhandel van de grond. Tevens werd in die tijd tras (basis voor cement) en tufsteen uit de Eifel in het assortiment opgenomen.
na 1826 zette J. Trip en W. Klaassen onder de naam De Erven H. Trip, de firma voort. In 1830 kwam er een “lijnbaan” met 14 arbeiders (t.h.v. de huidige Vondellaan) om scheepstouw te maken. Al in 1842 werd gehandeld met Hamburg en Italië.
De Helling kwam vol te staan met magazijnen voor kalk en overige bouwmaterialen. Binnen en buiten Utrecht verrezen filialen (aan de Groeneweg ging met betonnen rioleringshuizen produceren). Rond 1960 […] gebouwd […] moderne opslagruimte […].